• Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer

Queresta

Mens en organisatie evenwichtig in beweging

  • Home
  • Over mij
    • Waarden
    • Visie
    • Taal en systeem denken
  • Portefeuille
  • Blog
  • Contact

Archives for 2017

Wat is een visie waard als je die niet mag loslaten?

13 December 2017

“Het kwaad heeft mij veel goeds gebracht. Door me stil te houden, niets te verdringen, aandachtig te blijven en de realiteit te aanvaarden –de dingen nemen zoals ze zijn in plaats van zoals ik wilde dat ze zouden zijn- door dat alles is bijzonder inzicht tot mij gekomen.”

Psychiater Carl Gustav Jung, eigenaar van dit citaat, stoeide jarenlang met de theorie en praktijk van zijn tijdgenoot Sigmund Freud alvorens daar uiteindelijk afstand van te (durven) nemen.
Ondanks zijn twijfel probeerde hij hardnekkig te doorgronden wat Freud precies bedoelde en wat de betekenis kon zijn van de hardnekkige theorieën en overtuigingen. Deze dappere houding t.o.v. het onbekende, het ogenschijnlijk ondoorgrondelijke, t.o.v. onbegrepen overtuigingen die hem zelfs enige angst inboezemden, is makkelijker gezegd dan gedaan.

De praktijk van alledag maakt het niet eenvoudig om twijfel te tonen of onbekende, onbegrepen opvattingen toe te laten. Daadkracht en besluitvorming winnen het helaas nog te snel van beschouwen en onderzoeken. Twijfel wordt nog te vaak verward met onzekerheid of met onwetendheid. En daarmee gaat veel kennis verloren, wordt veel vernieuwing voortijdig de kop ingedrukt. Snelheid van besluitvorming wordt nog te vaak gezien als een bijzondere kwaliteit.
Doch hoe mooi kan het zijn om, in geval van twijfel, ‘stil te zijn, niets te verdringen, aandachtig te blijven’. Als we de daadkracht die ogenschijnlijk nodig is voor adequate besluitvorming durven parkeren en vóóraf te laten gaan door het wikken en wegen van nieuwe inzichten en onbekende opvattingen, door te luisteren naar creatieve ingevingen en bijzondere voorstellen.
De realiteit in ogenschouw nemen en dáárop anticiperen i.p.v. hardnekkig vasthouden aan en blijven sturen op basis van een vooraf geformuleerde visie, omdát die nu eenmaal vooraf is geformuleerd. Want wat is een visie eigenlijk waard als je die niet mag loslaten?

Loslaten van het vertrouwde en afdwalen van de gebaande paden levert altijd nieuwe inzichten op. Dat vraagt moed en vereist (zelf)vertrouwen. Óf de opgewekte naïviteit van Winnie de Poeh die, verdwaald in het Grote Bunderbos zijn eigen voetstappen in de verse sneeuw opmerkt en verheugd uitroept: “Nu weet ik weer waar ik ben, want hier ben ik eerder geweest!”

Filed Under: blog

Met verstand en beleid

3 October 2017

“Ook zonder goed overheidsbeleid kunnen wij ons als verstandige mensen gedragen.”

Aldus columnist Frank Kalshoven in zijn altijd weer fraaie bespiegelingen in de Volkskrant. Geen speld tussen te krijgen. Toch bleef die zin lang hangen. Wij kunnen ons als verstandige mensen gedragen. Sterker nog, de meeste mensen vinden dát ze zich als verstandige mensen gedragen.
En daar hebben we inderdaad geen overheidsbeleid voor nodig. Goed noch slecht. Dus wát maakt die zin nou zo intrigerend? De combinatie van overheidsbeleid en menselijk gedrag wellicht. Alsof het één bepalend is voor (de kwaliteit van) het ander?

Sinds enkele maanden ben ik projectleider van het Vertrouwensexperiment in Tilburg. Een experiment waarbij onderzocht wordt hoe mensen zich gaan gedragen als er minder regelgeving geldt en er meer vrijheden worden getolereerd binnen de participatiewet. Worden mensen dan actiever? Zoeken ze intensiever naar een baan? Krijgen ze die dan ook (sneller)? En worden ze er gelukkiger van? Wordt die extra vrijheid ook daadwerkelijk gevoeld? En zo ja, wat doet men daar dan mee?
Een interessant onderzoek dat, zo blijkt reeds in de opstartfase, heel veel oproept. Sommigen vragen zich af waarom dat nog onderzocht moet worden en zijn –dus- overtuigd van de resultaten. Anderen vertrouwen er niet op dat de overheid uiteindelijk iets met de uitkomsten zal gaan doen. Zij denken dat er –dus- toch nooit iets zal veranderen. En wéér anderen vestigen juist veel hoop op dit onderzoek en zeggen zónder primair oog voor eigenbelang enthousiast hun deelname toe.

Op de een of andere manier lijkt iedereen ervan overtuigd dat overheidsbeleid en gedrag met elkaar verbonden zijn.
In de aanloop naar de start van het experiment werden verschillende bijeenkomsten georganiseerd om met professionals en burgers in gesprek te gaan. Daarbij bleek eens temeer hoe hecht de samenhang tussen beleid en gedrag gevoeld wordt. Eén reactie sprak boekdelen: “Door dit wanbeleid van de overheid word ik gedwongen mij zo te gedragen.” Blijkbaar bestond er bij deze bezoeker geen enkele twijfel over die samenhang, inclusief oorzaak en gevolg.
Tijdens de, soms verhitte, discussies werd er hardnekkig gezocht naar kaders voor vrijheid. Alsof alle houvast wegvalt bij te veel vrijheid? Eén van de bezoekers merkte enigszins meewarig op dat deze meneer ons komt vertellen dat we binnen de bijstandswet gaan experimenteren met méér vrijheid terwijl wij hem vragen naar de regels.
Zijn het dan toch de regels die bepalen hoe we ons (verstandig) gedragen?

Filed Under: blog

Over geheimen en andere ongemakken

18 August 2017

“Wie de relatie volledig transparant wil maken verstoort de relatie. Wie gelijkheid suggereert miskent de kern van de relatie.”

In dit interessante citaat doelt hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen in zijn al even interessante boek “Het geheim van de laatste staat” op een bijzonder aspect in de relatie tussen arts en patiënt, advocaat en cliënt. Dat geldt wat mij betreft ook tussen directeur/leidinggevende en medewerker.
Ik stuitte weer op dit citaat op zoek naar houvast. Houvast binnen een proces waarin diverse instellingen gezamenlijk een dienstverleningsproject waren gestart. De kaders waren bepaald, criteria geformuleerd. Het werk kon beginnen.
Tijdens een ingewikkelde en misschien wel typerende discussie over openheid en transparantie werd driftig met aannames en veronderstellingen gestrooid. Vanuit een overtuiging dat het universele waarheden, zelfs ‘waarden’ betrof. De begrippen werden daardoor ontdaan van elke mystiek en de betekenis ter discussie stellen was als vloeken in de kerk. Zoals gezegd, een ingewikkelde en ook vreemde discussie.
Concrete aanleiding voor mijn verbazing en mijn zoektocht naar betreffende citaat was gelegen in de stellige opmerking dat er in deze organisatie niet open wordt gecommuniceerd. Iets niet, of (te?) laat (“waarom horen wij dat nu pas?”) weten wordt gezien als iets willen verbergen, verzwijgen, geheim houden. En dit gebeurt dan –vanzelfsprekend- doelbewust of moedwillig.

Steeds opnieuw raakt mij deze bijzondere betekenisverlening. En de bijna vernietigende uitwerking van een dergelijke overtuiging op de kwaliteit van een (samenwerkings)relatie. Er lijkt zelfs geen mogelijkheid meer om de spreker op andere gedachten te brengen c.q. over een andere zienswijze te laten nadenken. Voor nieuwsgierigheid of zelfs belangstelling is geen plaats.
Niet geheel willekeurig kies ik er soms voor om bij aanvang van bijeenkomsten, processen, projecten e.d. betrokkenen ‘gerust’ te stellen door te voorspellen dat het mij niet zal lukken om altijd gelijktijdig aan iedereen alles te vertellen. Daarentegen beloof ik mijn uiterste best te doen om betrokkenen adequaat te informeren. Doch alles op z’n tijd. De gefronste wenkbrauwen van sommige toehoorders doen mij echter vermoeden dat men óók hier geheimen achter vermoedt. Wie het weet mag het zeggen.

“Wie alles weet is definitief uitgepraat” orakelt Paul Frissen op zijn beurt geruststellend verder.

Augustus 2017

 

Filed Under: blog

De weg kwijt?

29 June 2017

Via LinkedIn bereikte mij een opvallend stroomschema dat ouders zou ondersteunen bij het vinden van de juiste weg bij problemen op school. Jawel, u leest het goed.
Bizar. Dat er stroomschema’s nodig blijken waarmee we de weg vinden als we hulp nodig hebben. Middels een wirwar van pijlen en kadertjes krijgen ouders antwoord op de vraag -die men als titel van het document gebruikt- “Het gaat met je kind niet goed op school. Wat nu?”

Terwijl het schema, zo vermoed ik, bedoeld is om dit te voorkómen ben ik bang dat we door de ogenschijnlijke noodzaak van dit soort schema’s de weg volledig kwijt zijn.
Helaas merk ik in de praktijk van alledag dat de noodzaak vooral wordt ingegegeven doordat we niet alleen vóór maar vooral achter al onze loketten de weg kwijt zijn. Dat leidt ertoe dat sommige burgers zo maar voor het verkeerde loket kunnen staan. Onlangs besprak ik dit onderwerp tijdens een congres voor klantmanagers. Ik stelde hen daarbij de vraag of iemand van de aanwezige professionals het idee heeft dat hij achter het verkeerde loket werkt? Aangezien die vraag, zoals verwacht, niet volmondig met “ja” werd beantwoord opperde ik dat het in dat geval dus ook niet mogelijk is dat er verkeerde loketten bestaan? Want wie zou daar dan achter zitten?
Natuurlijk. De praktijk is weerbarstig. De samenleving ingewikkeld. Té ingewikkeld voor velen van ons. Dat zorgt er voor dat burgers-met-vragen hun vraag niet per definitie aan de juiste persoon voorleggen. En dus soms bij een loket arriveren waar men geen direct antwoord op de vraag kan geven.
Desondanks heeft iedereen, achter elk loket, de plicht om die vragende burger met aandacht en waardigheid te woord te staan. Te luisteren, te begrijpen, serieus te nemen. U bent welkom. Wat kan ik voor u doen? Zegt u het maar. (in mijn vorige blog beschreef ik het mooie Hebreeuwse begrip hineni -> Hier ben ik)
Ik hoorde onlangs een baliemedewerker geïrriteerd vertellen dat deze  zoekende burgers enorm lastig zijn. Zij verstoren het dagritme en bezorgen enorm veel werk (lees: stress).

Beste baliemedewerker, u bent de weg kwijt. Een burger kan nooit een verstoring van uw dagritme zijn, hij is het doel van uw dagritme.

Filed Under: blog

Over vrijheid en andere kaders

27 May 2017

“Degenen die de vrijheid hebben weten van gekkigheid niet wat ze ermee moeten doen, en degenen die het niet hebben worden gek van jaloezie.”

Aldus Dostojewski.

Bijzondere observatie die mij onlangs weer triggerde toen ik betrokken werd bij een in gang gezet verandertraject. Een traject dat, zoals zo vaak en zoals altijd goed bedoeld, vanaf de werkvloer werd gedreven en natuurlijk vraaggericht en integraal zou moeten zijn. Begrippen die inmiddels iedereen omarmt doch die in de praktijk van alledag telkens weer tot grote meningsverschillen leiden. Maar dat terzijde, stof voor een volgend blog?

In dit geval wilden professionals vooral ‘hun eigen ding’ kunnen doen. Gedreven door een onuitroeibaar vertrouwen in de eigen professionaliteit vond men dat het management vooral goed moest luisteren, en –dus- zou moeten volgen. Ervaringen van de werkvloer zijn tenslotte heilig. Managers daarentegen worstelden met dit adagium. Zij waren het er in beginsel mee eens, klinkt namelijk erg logisch en ja, we moeten vertrouwen op de professionaliteit van onze medewerkers, nietwaar? Maar waar sturen we dan nog op?

Beide overtuigingen werden halstarrig overeind gehouden. Professionals deden hun best om van de vrijheid te genieten, managers stimuleerden elkaar om op de handen te blijven zitten. En gezamenlijk verloor men het zicht op de realiteit.

Het zou niet lang duren alvorens professionals, verdwaald in die weerbarstige realiteit en niet wetend waar-naar-toe, meer en meer begonnen te roepen om kaders, richtlijnen, doelen, een gezamenlijke visie……….. en managers lieten hun handen al even gauw wapperen omdat de beoogde bestemming steeds verder uit het zicht verdween.

Gelukkig bleek het helemaal niet zo ingewikkeld om met elkaar in gesprek te gaan over die gezamenlijke opdracht, over invulling van taken en verantwoordelijkheden en aldus de draad weer op te pakken. Het besef dat autonomie en professionaliteit geen vrijbrief betekent, en dat sturing en controle allerminst een keurslijf behoeft bleek niet verdwenen en voelde als een verademing.

Vrijheid is een groot goed. In vele opzichten. Doch staat nooit op zichzelf. De eigen verantwoordelijkheid ontslaat niemand van de plicht tot toetsing van het eigen handelen. Gezamenlijke verantwoordelijkheid impliceert wederkerigheid. De juiste verbinding creëert weldadige vrijheid.

Filed Under: blog

Hier ben ik

8 May 2017

Ter voorbereiding op een lezing die ik binnenkort zal verzorgen tijdens een symposium over aandacht en waardigheid viel mijn oog op het bijzondere boek “Hier ben ik” van Jonathan Safran Foer.
De fraaie titel is ontleend aan het Hebreeuwse Hineni. “Hineni” was Abrahams’ reactie toen hij door God werd geroepen. “Hier ben ik. Uw wil geschiede.”

In tijden waarin vooral nadruk lijkt te liggen op zelfstandigheid, eigenheid, individualiteit en soms zelfs het eigen belang prevaleert komt een dergelijke overgave nogal onderdanig over. Maar waarom eigenlijk? Schuilt er niet ook iets moois achter een dergelijke houding? Ik constateer dat mijn gevoelens schommelen en dat hineni tot nadenken aanzet.
In meerdere opzichten.
Voor wie ben ik er eigenlijk? Onvoorwaardelijk. Helemaal. Met al mijn aandacht, inzet en overtuiging. Vol overgave. En wanneer? En waarom? Moet daar een speciale reden of aanleiding aan ten grondslag liggen?

“…… maar ik denk dat het in de eerste plaats gaat over de vraag voor wie we er helemaal zijn en dat dit meer dan ook onze identiteit bepaalt”, zo verklaart de hoofdpersoon zijn interpretatie van hineni.

Een netelige kwestie. Er helemaal zijn. Kan dat? Altijd en overal? Hoe moet dat dan? Wij willen zo graag tekst en uitleg, verklaringen, motieven, doelen, vóórdat we besluiten om er (helemaal?) te zijn. Alle aandacht te richten op de ander.
De aankondiging voor het symposium beschouwt aandacht en waardigheid als twee belangrijke begrippen voor professionals in het sociale domein. Op voorhand stelt men twee vragen; Geven wij onze klanten wel de juiste aandacht? En hoe gaan wij het gesprek aan met de klant? Mooie thema’s die om (zelf)reflectie vragen.

Denkend aan onhandige contacten door geperforeerde glazen scheidingswanden, met een kleine opening als doorgeefluikje, vraag ik mij in gemoede af of het mogelijk is om in een dergelijke setting de juiste aandacht te schenken? Kunnen bezoekers aldus met waardigheid ontvangen worden?
Het valt te prijzen dat de betreffende beroepsvereniging hier aandacht aan besteed. Ik ben benieuwd en heb er zin in. Hier ben ik.

Filed Under: blog

Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk?

27 March 2017

Nieuwe tijden breken aan. Dat kunnen we overal horen, zien en voelen. Zo zegt men.
Vanuit welke ideologie deze voorspelling ook de wereld wordt ingezonden, vrijwel alle stromingen spreken over het feit dat ‘wij’, de burgers, weer méér op ons zelf worden aangewezen. De eigen verantwoordelijkheid, of zelfredzaamheid, zo u wilt, komt steviger dan ooit in beeld.

Sommigen beweren zelfs dat die eigen verantwoordelijkheid helemaal verdwenen is. Volgens mij bedoelt men daarmee dat ‘anderen’ geen eigen verantwoordelijkheid meer dragen, “die doen maar” en stellen zich afhankelijk op. En dat moet natuurlijk afgelopen zijn. In geen enkele bijdrage heb ik iemand kunnen betrappen op de mededeling dat hij zélf de verantwoordelijkheid niet meer draagt. Of zich afhankelijk opstelt. Iedereen vindt dat hij doet wat hij moet doen. Nee, het zijn anderen die dat niet (meer) doen.

Maar, wie zijn dat dan? Die anderen. U? Ik? Kent u die mensen? Die hun verantwoordelijkheid niet nemen? Net als u spreek ik wel ‘ns met mensen. Van allerlei pluimage, in vele soorten en maten, van alle rangen en standen. Nog nooit heeft iemand mij verklapt dat hij zijn verantwoordelijkheid niet neemt. Dat hij op ‘n willekeurige ochtend voor de spiegel stond en tegen zichzelf zei: ”Vandaag ga ik eens niet mijn verantwoordelijkheid nemen!” Vreemd eigenlijk. Wie bepaalt wat die eigen verantwoordelijkheid is? Is het nog wel ‘eigen verantwoordelijkheid’ als anderen bepalen hoe die eruit ziet?

Dat mensen twijfelen, met onzekerheid kampen, niet weten wát te doen is volgens mij van alle tijden. Sommigen vinden dat behoren tot de eigen verantwoordelijkheid. Anderen geven een steuntje in de rug omdat zij vinden dat wij samen verantwoordelijk zijn voor iedereen. In onze samenleving zien we daarvan nog steeds en gelukkig veel voorbeelden.

En die nieuwe tijden? “De moderne dynamiek van de samenleving vraagt om andere omgangsvormen tussen burgers, professionals, instituties, bedrijven etc. … dat is minder een oproep aan burgers om het zelf te doen dan wel een appel aan het institutionele veld om ruimte te maken, lef te tonen, los te laten.” (Jos vd Lans)
Ik wil mijn verantwoordelijkheid nemen. Maar twijfel. Moet ik ruimte maken, lef tonen of los laten. Als we nu allemaal los laten, wie is dan verantwoordelijk voor het resultaat?

Filed Under: blog

Het recht op onbereikbaarheid

20 February 2017

Goed nieuws! Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid komt met maar liefst 99 oplossingen tegen werkstress. Ik zal proberen dit unieke aanbod samen te vatten.

De oplossingen zijn vervat in een stappenplan. Een plan dat op zijn beurt weer het vervolg is op het gespreksprotocol ‘In gesprek over stress’. Een handige gespreksdriehoek maakt onderdeel uit van dit protocol. Voor alle duidelijkheid; deze driehoek is specifiek bedoeld voor de opening van het gesprek (de stressrisico’s op een rij.) Het protocol kan gezien worden als een samenvatting van de handleiding ‘Preventie Leidraad’. Hierin wordt uitgelegd hoe via een paar stappen stressoorzaken concreet in beeld worden gebracht. Via de website kunnen links worden gelegd naar een werkdrukkompas, een werkdrukwerkwijzer en wat dies meer zij. “Als vanzelf vindt u de route naar oplossingen.” ……………….??

Bent u er nog?
Of bent u, net als ik, het spoor volledig bijster en een stressfactor rijker?

Geloof het of niet. De bron van deze alomvattende wijsheid is de subcommissie Psychische Problematiek, onderdeel van de Commissie Werkend Perspectief.
Als klap op de vuurpijl claimt het Ministerie, naar aanleiding van al deze angstaanjagende berichten over gestresste werknemers dat er een ‘recht op onbereikbaarheid’ dient te komen. (Misschien dat ik in een volgend blog zal proberen dit recht verder uit te leggen.)

Volgens mij zijn we serieus de weg kwijt als we dergelijke ver doorgevoerde handleidingen, richtlijnen en maatregelen nodig hebben om met elkaar in gesprek te gaan, om elkaar te kunnen begrijpen. Alsof we de wereld hiermee kunnen organiseren, regelen, beheersen.
Met een knoop in de maag herinner ik mij een scene uit de hartverscheurende film “I Daniel Blake”. Hierin wordt de hoofdpersoon door allerlei omstandigheden vermalen door een bureaucratisch systeem waarin ieder ‘zijn werk doet’, niemand aantoonbaar verkeerd handelt doch waarin schrijnend menselijk leed wordt veroorzaakt. De antwoorden van Daniel Blake, waarmee hij verhaalt over zijn werkelijkheid, passen niet in de bestaande structuur en de betrokken ambtenaar krijgt het benodigde formulier daarmee niet gevuld. Op haar herhaalde vraag naar tastbaar bewijsmateriaal voor zijn betoog antwoordt Blake, welgemeend en hoopvol; “U zou mij kunnen vertrouwen.”

Alles serieus overwegend kan ik niet anders dan de aanbevelingen van genoemde subcommissie op één punt overnemen; ik claim mijn recht om voor alle verdere berichten uit deze kokers onbereikbaar te zijn.

Filed Under: blog

Een realistisch plan

16 January 2017

“Het feit dat uitgangspunten en doelen in krachtige en heldere taal geformuleerd zijn in een kadernota betekent niet dat de paden waarlangs die doelen bereikt worden geëffend zijn.”

Schrijvend aan de eindrapportage van een boeiend project waar ik de afgelopen jaren als programmamanager bij betrokken was bereikte mij deze prachtige volzin die de kern van mijn overpeinzingen aardig benaderde. Want hoe mooi en hoe belangrijk plannen ook zijn, zij zijn nog geen werkelijkheid. En dus fictie, verbeelding. De gewenste situatie wordt bedacht en vervolgens een mogelijke route ernaar toe. Fantaseren dus. Soms vraag ik mij af of beleidsmakers, plannen-bedenkers, zich realiseren dat elk plan ’n ideaal schets en dus niet de realiteit kán zijn.

De praktijk is echter weerbarstig. Onderweg hebben tal van zaken invloed op het proces; onvoorziene weerstand, slinkende middelen, nieuwe inzichten, veranderende context, personele wisselingen, om er maar een paar te noemen.En ondanks deze weerbarstige realiteit blijven we hardnekkig ons best doen om ‘het plan’ te realiseren zoals het ooit bedacht werd.
Opdrachtgevers en uitvoerders zitten gevangen in een situatie waarin ze doelen najagen die vanuit een bepaalde wens, of zelfs een droom zijn geformuleerd. In het ergste geval zijn die dromen ook nog SMART geformuleerd en krijgen daardoor iets onaantastbaars. Maar hoe we het ook wenden of keren; het blijven nog-niet-gerealiseerde plannen, wensen, idealen. H.Aardema beschreef in één van zijn managementboeken de gevolgen van dit fenomeen prozaïsch; “Deze situatie creëert over-normering, zowel m.b.t. doelen als m.b.t. protocollen en procedures waarbij uitvoerders gericht zijn op goedkeuring en er alles aan doen om zo lang mogelijk de indruk te wekken dat alles conform planning verloopt.” Zij draaien zichzelf en hun opdrachtgevers een mooi rad voor ogen.

Hoe veel prettiger zou het zijn als professionals als vanzelfsprekend rekenschap ‘mogen’ geven van denken en doen, van intenties, ervaringen en daden en dat er een structurele, heldere en eerlijke dialoog over resultaten en valkuilen, op weg naar beoogde doelen? In elk geval zou het veel méér recht doen aan de realiteit.
Om met de vermaarde Belgische filosoof-therapeut Bruno-Paul de Roeck te spreken;

“Als gij uzelf programmeert vanuit uw idealen in plaats van uit de realiteit, dan programmeert gij uzelf niet vanuit de realiteit.”

Filed Under: blog, Geen categorie

Primary Sidebar

recente blogs

Waarde(n)loze taal

14-03-2023

Wie ben ik, als niemand mij begrijpt?

26-10-2022

Gewoon je best doen

04-09-2022

Hoe moeilijk kan het zijn?

13-01-2021

Vertrouwen doet iets goeds met mensen

16-10-2020

Footer

contact

info@queresta.nl
06-81907489
Tongerseweg 420
6215 AE Maastricht

Website delen

share-linkedin share-facebook share-mail share-twitter share-google

volg mij

  • LinkedIn

webontwerp: zo!ontwerp

  • Home
  • Over mij
    • Waarden
    • Visie
    • Taal en systeem denken
  • Portefeuille
  • Blog
  • Contact