“Degenen die de vrijheid hebben weten van gekkigheid niet wat ze ermee moeten doen, en degenen die het niet hebben worden gek van jaloezie.”
Aldus Dostojewski.
Bijzondere observatie die mij onlangs weer triggerde toen ik betrokken werd bij een in gang gezet verandertraject. Een traject dat, zoals zo vaak en zoals altijd goed bedoeld, vanaf de werkvloer werd gedreven en natuurlijk vraaggericht en integraal zou moeten zijn. Begrippen die inmiddels iedereen omarmt doch die in de praktijk van alledag telkens weer tot grote meningsverschillen leiden. Maar dat terzijde, stof voor een volgend blog?
In dit geval wilden professionals vooral ‘hun eigen ding’ kunnen doen. Gedreven door een onuitroeibaar vertrouwen in de eigen professionaliteit vond men dat het management vooral goed moest luisteren, en –dus- zou moeten volgen. Ervaringen van de werkvloer zijn tenslotte heilig. Managers daarentegen worstelden met dit adagium. Zij waren het er in beginsel mee eens, klinkt namelijk erg logisch en ja, we moeten vertrouwen op de professionaliteit van onze medewerkers, nietwaar? Maar waar sturen we dan nog op?
Beide overtuigingen werden halstarrig overeind gehouden. Professionals deden hun best om van de vrijheid te genieten, managers stimuleerden elkaar om op de handen te blijven zitten. En gezamenlijk verloor men het zicht op de realiteit.
Het zou niet lang duren alvorens professionals, verdwaald in die weerbarstige realiteit en niet wetend waar-naar-toe, meer en meer begonnen te roepen om kaders, richtlijnen, doelen, een gezamenlijke visie……….. en managers lieten hun handen al even gauw wapperen omdat de beoogde bestemming steeds verder uit het zicht verdween.
Gelukkig bleek het helemaal niet zo ingewikkeld om met elkaar in gesprek te gaan over die gezamenlijke opdracht, over invulling van taken en verantwoordelijkheden en aldus de draad weer op te pakken. Het besef dat autonomie en professionaliteit geen vrijbrief betekent, en dat sturing en controle allerminst een keurslijf behoeft bleek niet verdwenen en voelde als een verademing.
Vrijheid is een groot goed. In vele opzichten. Doch staat nooit op zichzelf. De eigen verantwoordelijkheid ontslaat niemand van de plicht tot toetsing van het eigen handelen. Gezamenlijke verantwoordelijkheid impliceert wederkerigheid. De juiste verbinding creëert weldadige vrijheid.