“Wij zijn de politiek” en “Het einde van de natiestaat?” Met deze titels beloofden inleiders Daan Rovers en Wil Derks tijdens dag 2 van Academie Permanent op voorhand stof tot nadenken. Een college over politiek, representatie en macht.
Rovers (“denker des vaderlands”) en Derks (Netherlands Institute for Multiparty Democracy) betoogden vanuit geheel verschillend perspectief over de risico’s van ons democratisch bestel. Kunnen we nog wel spreken van een volksvertegenwoordiging? Zijn burgers nog wel aan zet, vertegenwoordigd, betrokken? Hebben bestuurders zélf het stuur nog wel in handen? Wie bestuurt ons land eigenlijk? Wie is ‘de politiek’?
“Politiek gaat over het actieve leven van de burgers in de polis en zou onderdeel moeten zijn van het leven van alledag…..” aldus Daan Rovers. Rovers gaat in navolging van Socrates, Plato, en meer recente denkers als Hannah Arend op zoek naar essentie en moraal. Wat is een goed besluit? Wat is rechtvaardigheid? Waarop baseren we een juist besluit?
Ik juich haar twijfels toe over de economisering van politiek bestuurlijke vraagstukken. Indien vraagstukken des levens vanuit louter economisch perspectief worden bezien verliezen we cruciale waarden, als bindmiddel van de samenleving, uit het oog.
Al mijmerend over deze wijze woorden laat ik mij (rond)leiden door het Binnenhof, het centrum van de macht. En wacht ik vol nieuwsgierigheid op het goede nieuws van Will Derks. Derks schetst op overtuigende wijze hoe de overheid haar greep verliest en bedrijven de regie overnemen. Informatie, kennis en kunde onttrekken zich meer en meer aan onze invloed en verdwijnen naar het private domein. Daarbij landsgrenzen overschrijdend en lokale en nationale regelgeving vermijdend of ondermijnend. Uit angst, onmacht of misschien tegen beter weten in lijken bestuurders deze ontwikkeling te gedogen.
Het als trilemma omschreven vraagstuk bestaat eruit dat vanuit bestuurlijk perspectief een balans gezocht moet worden tussen economische stabiliteit, de natiestaat én democratische controle. Helaas wordt vooral die laatste component ernstig verwaarloosd.
Rijkdom onttrekt zich aan nationale invloeden. De kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter, aangezien niemand verantwoording voor het geheel voelt. Privilege op persoonlijke informatie en bescherming van privacy verdwijnen naar de portefeuilles van techbedrijven. Het geweldsmonopolie van de overheid wankelt. De bestedingen voor particuliere beveiliging in de VS nemen buitenproportionele vormen aan en niets wijst erop dat “het recht op zelfverdediging“ de komende jaren een terugtrekkende beweging zal maken. Een systemische verandering is onontbeerlijk, zo betoogt Derks.
Vol vragen en -hoe kan ‘t ook anders?- zonder concrete oplossingen duik ik in goed gezelschap onder in een Haags etablissement en zoek in arren moede verder naar ons heil.
Ik waag mij aan een klein pleidooi voor een ethisch reveil. Moraal en ethiek verdienen een stevige, prominente herwaardering in het politieke -en dus publieke- debat. Het wordt hoog tijd voor een dialoog over ‘het goede’. En dat, zoals ooit bedoeld, die kleine groep volksvertegenwoordigers weer beseft dat zij de juiste beslissingen dient te nemen voor het geheel en verantwoordelijk is voor “het verwezenlijken van een duurzame en rechtvaardige toekomst voor iedereen.” (The Hague Declaration- Global Parliament of Mayors)
Februari 2020